Varkens, kippen en schapen

Op ons bedrijf is ruimte voor een zeug die 1 keer per jaar een toom biggen krijgt. Dit is afgestemd op de reststromen die wij hebben. Dit zijn restanten van groente en is de wei uit de kaasmakerij. De varkens hebben verschillende weitjes zodat ze ook gras kunnen eten. Daarbij wroeten zij de grasmat volledig om en eten wormen, larven en wortels. De biggen mogen langer bij de moeder blijven dan gewoon is in de reguliere, maar ook in de biosector. Wij vinden dat varkens alleen mogen leven op reststromen. Deze stromen bepalen dus hoeveel varkens we kunnen houden. Op deze wijze blijft er meer voedsel over voor humaan gebruik en neemt de druk op landbouwgrond af.

 

De kippen die bij ons rondscharrelen op het erf, of in de wei bij hun kipcaravan zijn, net als de koeien, een dubbeldoelras. In dit geval leveren zij minder eieren dan de doorgefokte leghen, maar ze leven langer en zijn ook meer gespierd. Om ook in onze kippenhouderij maximaal natuurinclusief te zijn laten wij onze kippen ook broeden. Zo kan het zijn dat er in een jaar niet voldoende goede broeders zijn waardoor we niet altijd voldoende kuikens voor de vervanging van uitgelegde hennen hebben. Daardoor kunnen we niet altijd volop eieren leveren uit eigen leg. Gemiddeld hebben we zo’n 80 kippen, waar dan altijd een stuk of 10 hanen aanwezig zijn. Het is mooi om te zien hoe zij met hennetjes rondgaan, hun eigen bevochten harem, en hen beschermen.

 

 

Schapen leveren wol en vlees. Ze lopen bij ons jaarrond zoveel mogelijk buiten. Bij slecht weer zijn ze rond lammertijd binnen. De wol van onze schapen wordt gebruikt om te vilten: sloffen, polswarmers, kleden e.d.